Na mijn bedrijfskunde-opleiding aan de Universiteit Nyenrode, aangevuld met de cursus Journalistiek aan het Instituut voor Perswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, was ik in uiteenlopende richtingen actief.
Ik werkte als journalist en reclamecopywriter en deed veertien jaar ervaring op in uitvoerend jongerenwerk en als supervisor. Ik was o.m. jarenlang directeur van het Haagse jongerencentrum Het Paard van Troje. Daarna maakt ik op uitnodiging van de toenmalige hoofdredacteur een jaar lang een wekelijkse jongerenpagina in het Algemeen Dagblad, compleet met een strip. Een verblijf van ruim twee jaar in de Indiase ashram van Bhagwan ‘Osho’ Rajneesh (tot juli 1981) bracht me in contact met uiteenlopende vormen van therapie en meditatie. Ik was daarna twee jaar verbonden aan de Stichting Preventie en Voorlichting Druggebruik (tot 1989). Later trainde ik op dit terrein o.m. in opdracht van Justitie gevangenispersoneel in het omgaan met drugsproblematiek (van 1994-1996).
Sinds 1987 werk ik als zelfstandig coach en therapeut. Ik schoolde mijzelf zeer gevarieerd bij (o.m. aura lezen aan het Centrum voor Intuïtieve Ontwikkeling in Utrecht, hypnotherapie aan het ATMA-Instituut in Amersfoort Therapeutic Touch aan het Van Praag Instituut in Utrecht en Shiatsu bij de RIMU in Poona). Van april 1990 tot april 1992 liep ik stage in Rio de Janeiro bij Dr. Zina Voltis Gruzman, een psychiater met een specialisatie op seksuele problematiek en Tantra. Inmiddels heb ik mij vooral toegelegd op steun aan overgevoelige mensen (HSP).
Astrologie beoefen ik al heel lang, sinds mijn 29ste. In 2006 heb ik mij ook verdiept in het toepassen van de Chinese Quantum Core Method, een systeem van directe correctie van verzwakkingen via energieaanpassingen in het aurageheugen. In 2009 heb ik bovendien de training Familie Opstellingen aan de Academie Hypnos in Bussum gevolgd. Die club raad ik niet meer aan trouwens.
In 1994 verscheen mijn boekje Het Domino-orakel, over het waarzeggen met domino- en dobbelstenen. Mijn debuutroman De Belofte (SF Spirituele Fantasy roman over het legendarische Atlantis) kwam in 1995 uit. In 1996 volgde mijn verhalenbundel De keizer die flauwviel (Veertien verhalen uit de reïncarnatietherapie). In 2004 verscheen mijn heksensprookje De Vuurproef van Verenike. Ook in 2004 bewerkte ik voor Uitgeverij Hajefa het astrologische werkboek Keerpunt Cheiron van de Amerikaanse astroloog Zane Stein over de invloed van de planetoïde Cheiron. In 2008 werd mijn tweede SF-Fantasy roman Zonder Vader Zonder Moeder uitgebracht. In 2013 kwam mijn kinderboek Sireas en de Vluigvogel in de boekhandel, in 2014 mijn roman over parallelle dimensies, buitenaardsen en W.A.: Gerard Zoekt Het Hoger Op. In 2016 volgde Eed Op Een Dode Moeder, in 2017 De Zeven Kwaliteiten Van Een Echte Heks. In 2022 publiceerde Uitgeverij Elk mijn boek Dikke Hans Leert Vliegen met de subtitel Bestaat Reïncarnatie Echt!?
Ik verzorgde meer dan twintig jaar lang boekrecensies voor Biblion, de aanschafservice voor de Nederlandse bibliotheken. Artikelen en interviews van mijn hand verschenen in talloze tijdschriften, zoals Onkruid, Bres, Jonas, Spiegelbeeld, Prana, Bewust Zijn, Educare, Orhtofyto, Leef NU, Happinez en Frontier Magazine. Ze staan nu voor een deel op www.tijdgeest-magazine.nl . Ik schrijf al jaren een vaste column in Paravisie.
Tegenwoordig ben ik (enig) redacteur van de gratis internetperiodiek TIJDGEEST MAGAZINE (oplage ruim 10.700). Tot mijn verbanning daar in 2021 ging dat ook naar naar 13.500 contacten op LinkedIn. Nog wel lezen zo’n 3500 mensen op Facebook mijn kritische berichten. Ik ben vader van vijf kinderen, Taoïst , vierschaakspeler, niet-roker, niet-drinker, niet-blower en niet-gokker, wel goudvisvriend. Ik heb drie nieren en geen televisie; dat laatste scheelt ook weer veel geestelijke stress.
Mijn meest gecompliceerde eigenschap is misschien de nieuwsgierigheid naar al die verschillende spirituele kijkwijzen om ons heen. Ik weet dus van alles over de Tao, over het Manicheïstische Christendom, over Hindoeïsme, Boeddhisme, over Osho Rajneesh natuurlijk, over Shintoïsme en samoerais. Over de Talmoed, over sjamanisme, over de Brahma Kumaris, enzovoorts. Allerlei duidings- en orakelsystemen hebben mijn aandacht gehad. Astrologie, Tarot, I Tjing, Runen, noem maar op. Volgens de Maya-kalender ben ik een Yellow Spectral Star Lamat (de Venusster) en is mijn kin-getal 128. Moet kunnen toch?
Mijn totemdier is dan de Schildpad. Dat is weer mooi: onkwetsbaar en bijna onsterfelijk, tenminste als je het eerste, langdurig gevaarlijke begin overleeft. Volgens het Human Design System ben ik een Manifestor. Dat zijn creatieve, onorthodoxe pioniers, die niet zelden provocerend (en dubieus volgens de bestaande bureaucratie) hun zin willen hebben.
In de Chinese astrologie ben ik een Hond en met de betreffende beschrijving van trouw, beschermend en loyaliteit kan ik ook best wel wat. Heerlijk, al die etiketten en labels. Helaas, soms voel ik me ook tekort schieten, een klungel en een opschepper tegelijk. Erg hoor! De zoektocht blijft naar dat ondeelbare binnenste, mijn wezenlijke kern.